“Wie niet thuis is in de voedingsindustrie realiseert zich niet hoe mooi dit werkterrein is,” zegt Arthur Dresen. Arthur is Supply Chain Director Europe bij Verkade. Enigszins verwonderd stelt hij vast dat er in Nederland prachtige bedrijven zijn met een lange historie. “Een mooie sector om in te werken.” Hij vertelt over zijn rol in tijden van corona.
“Corona vraagt geestelijke flexibiliteit”
Wat is volgens jou de belangrijkste ontwikkeling in de foodindustrie?
“Had je me deze vraag een half jaar geleden gesteld, dan had ik je een ander antwoord gegeven dan nu. Door corona heeft een verschuiving binnen de supply chain plaatsgevonden. Een pandemie zoals deze legt de grote risico’s van globalisering bloot. Als je normaal gesproken producten in bijvoorbeeld China inkoopt en China gaat dicht, dan heb je een probleem. Iedereen stelt zich nu de vraag hoe je deze risico’s kunt ondervangen.”
Laten we eens een kijkje in de toekomst nemen…
“Voor Verkade zie ik vooral kansen. We zullen continu een afweging moeten maken tussen kosten en risico’s. Als de productieketen meer lokaal is, heb je minder kans op disruptie. Wellicht weegt dat op tegen de extra kosten. We moeten kijken hoe we minder afhankelijk worden van andere regio’s.”
Hoe is de situatie op dit moment?
“De afgelopen tijd is een grote stresstest geweest. Dat geldt niet alleen voor onze organisatie, maar voor zo veel bedrijven. Gelukkig is Verkade er goed doorheen gekomen.”
Hoe hebben jullie dat gedaan?
“Op een redelijk standaard manier: we hebben de voorraden verhoogd, zodat we minder afhankelijk werden van leveranciers. Tegelijkertijd kijken we nu naar ons leveranciersnetwerk en vragen we ons af hoe afhankelijk we zijn en willen zijn. Het is een zoektocht en er zijn meerdere opties en oplossingen mogelijk.”
Hoe heb jij deze periode ervaren?
“Het is een hele leerzame periode geweest. We moesten de operatie draaiende houden; we stonden met z’n allen in een hele actieve modus. Nu de situatie enigszins gestabiliseerd is, kijken we terug. De pandemie legde risicopunten bloot en we zijn bezig om ons voor te bereiden op een tweede golf. Dat je de eerste keer brandjes moet blussen is niet erg, maar we hebben lessen te leren zodat we minder gevoelig worden voor heftige situaties zoals deze. Het zijn interessante processen om mee bezig te zijn.”
Wat vraagt dit van jouw collega’s?
“Deze situatie vraagt om een zeker mate van geestelijke flexibiliteit. Verkade is een instituut, maar dat neemt niet weg dat we moeten nadenken over de wereld die verandert en welke gevolgen dat heeft voor de productieketen. Het gaat er niet langer om dat wij producten maken; we moeten onze producten ook kunnen afleveren aan de consument. Daarom zitten we regelmatig bij elkaar en stellen we onszelf de vraag: ‘Als we alles van te voren hadden geweten, wat hadden we dan anders gedaan?’ Bij mij thuis worden veel internetbestellingen gedaan. Het is nu aan ons om te onderzoeken of er voor Verkade kansen liggen op dat gebied en hoe je dat inricht.”
Is er op de werkvloer ook iets veranderd?
“Het segment waarin wij werken is relatief mild geraakt door de pandemie. Er heeft wel een shift plaatsgevonden qua producten, maar verder draait de fabriek gewoon door. Voor het kantoorpersoneel is er wel het nodige veranderd. Thuiswerken was bij ons niet vanzelfsprekend, terwijl het al jaren mogelijk was. Corona dwingt ons om het werk nu anders te organiseren. We hebben als fabrieksleiding afgesproken om minimaal 3 dagen per week op kantoor te zijn waarvan we er op 1 dag allemaal zijn. Dan kunnen we elkaar tenminste nog even in de ogen kijken. Dat werkt goed!”